Armoedebeleid in Assen: Visie VVD

De kern van het armoedebeleid zou volgens de VVD moeten zijn:
•  het ondersteunen van de eigen verantwoordelijke en zelfredzaamheid van inwoners om zelf hun situatie te verbeteren,
•  inzetten op preventie en vroeg signalering van schuldproblematiek,
•  een fatsoenlijke meedoenregeling voor inwoners die het echt nodig hebben, en
•  het bieden van een trampoline, geen vangnet, om je eigen perspectief te verbeteren.

 

De VVD vindt het voorliggende voorstel niet verstandig, ongefundeerd, financieel in strijd met de begrotingsregels en daarom ongewenst. Daarom de volgende voorstellen:

 

1.  Blijf bij de bestaande kern van het Meedoenbeleid.

Dus niet de meedoengrens ophogen naar 120% van de bijstandsnorm
En wij hebben liever 1 goede regeling voor de jeugd om deel te nemen aan Sport, Cultuur en Leermiddelen, dan de nu voorgestelde samenloop van regelingen toe te staan, want dat leidt tot dubbele uitvoeringskosten van de eigen ISD en de diversen fondsen.

 

2.  De extra Klijnsma-middelen zijn bedoeld voor preventie en vroegsignalering.

Om het bestaande beleid nog beter maken. Ze zijn niet bedoeld om het bestaande beleid op te plussen. Want dan wordt incidenteel geld omgezet in structurele maatregelen waarvoor geen dekking bestaat. Een tussentijdse evaluatie verandert daar niets aan.  Dat is geen technische financiële discussie, dat is in strijd met onze eigen begrotingskaders.

 

3.  Integraal onderzoek

Wij hadden graag het brede, integrale onderzoek naar de armoedeval, koopkrachtplaatjes en het kwijtscheldingsbeleid gezien. Wil het college in het onderzoek naar het bereik van het meedoenbeleid alsnog het onderzoek hiermee verbreden?
Het doel van zo’n onderzoek is voor de VVD om te bepalen dat beleid en middelen worden ingezet voor mensen die het echt nodig hebben. Om een discussie in de raad te voeren op basis van de juiste cijfers en feiten.  En om beleid en middelen in te zetten om mensen aan een baan helpen.
Hoe weerbarstig deze problematiek ook is, werk is uiteindelijk de beste sociale voorziening. Want natuurlijk maakt werk gelukkig, is goed voor de eigenwaarde, maar werk moet ook lonend zijn.