Raadsbijdrage over Factory Outlet Center

Op donderdag 28 januari vond de opiniërende raadsvergadering plaats over het 'Factory Outlet Center' (FOC). Hieronder vindt u de bijdrage vanuit de VVD-fractie door Martin Rasker.

Voorzitter,

In de afgelopen tijd hebben we ons als gemeenteraad, fractie en raadsleden breed laten informeren door rapporten, raadsbezoeken, bijeenkomsten en gesprekken met inwoners en ondernemers. Over de diverse rapporten is het nodige te zeggen, cijfers spreken elkaar tegen en zijn allen gebaseerd op (te bediscussiëren) aannames.  We gaan hier dan ook niet meer in op de verschillende rapporten met hun plussen en minnen.

Bij de behandeling van de raadsbrief FOC op 17 december hebben we ook aangegeven dat wij het stadshart zien als de kern voor een levendige stad en daar groot belang aan hechten.

Het profileren van de stad tussen de steden Groningen en Zwolle vergt de nodige vindingrijkheid. Waardoor onderscheid Assen zich van deze twee grote steden?
De ‘Battle of the cities’ wordt daarbij beslist op een aantal onderscheidende factoren:
-  Regiofunctie   (verzorgingsgebied)
-  Sfeer   (gezellige drukte)
-  Kritische massa  (verhoogt de trekkracht)
-  Passanten   (hoe meer bezoekers des te meer verkoopkansen)
-  Eenduidig beleid op Ruimtelijke Ordening  (ondernemers haten onzekerheid, geen perifere handel)

Allemaal factoren die de binnenstad karakter geven. Om in de komende jaren
de positie van de Asser binnenstad te handhaven of te verbeteren is visie, durf, creativiteit en gezamenlijke inspanning van gemeente, ondernemers en vastgoedeigenaren hard nodig. 

Naar het FOC.
De VVD is niet principieel tegen het FOC en ziet natuurlijke de positieve economische effecten:
-  Extra arbeidsplaatsen, netto een paar honderd;
-  Een attractieve bestemming in de recreatieve sfeer;
-  Een mogelijk verdere versterking van de naamsbekendheid van de stad Assen.

Alle rapporten laten echter ook duidelijk zien dat een FOC een negatieve impact heeft op het winkelbestand in de binnenstad. Vooral op het deel in de non food branches, kleding, schoeisel en sport.
( Hierover hebben de diverse partijen al de nodige kritische geluiden laten horen )

De VVD staat voor een krachtige binnenstad.
Wil het college de EN-EN-benadering hard kunnen maken en de binnenstad en FOC samen op laten trekken (zoals wij bijvoorbeeld in Roosendaal hebben gezien) dan zal vol ingezet moeten worden op een stevig programma met en vóór de binnenstad. Een duidelijke gezamenlijke visie, concrete planvorming en ook echt samen de schouders eronder.

Om als centrum te kunnen profiteren van de bezoekers aan het perifere FOC zal een goede en vooral creatieve verbinding nodig zijn. Ervaringen elders leren dat een eenvoudige busverbinding hier nauwelijks een positief effect heeft.  (Riksja fietsen -  werkgelegenheidsproject).

En laten we eerlijk zijn, zelfs dan zullen een aantal winkels het hel moeilijk krijgen en het wellicht niet kunnen overleven en zich mogelijk verplaatsen naar het FOC. In Roosendaal zagen we winkels in het FOC Rosada die in Assen nu (nog) in het centrum zitten.

Naast een visie en heroriëntatie van de binnenstad zijn ook goede afspraken nodig om de unicitiet van het FOC zoveel als mogelijk in stand te laten. In het raadsvoorstel staat hierover dat: “Het bereiken van een haalbare businesscase voor het FOC is uiteraard de eerste prioriteit. Pas bij een definitief plan en een bijbehorend kostenplaatje (inclusief publieke kosten) zijn aanvullende wensen hard te maken.” 

Voor de VVD zijn de aanvullende wensen echter NU al van belang. Uniciteit van het FOC ter bescherming van de binnenstad  (Gedacht kan worden aan ‘het verkopen van alleen producten ouder dan 6 maanden en met minimaal 40% korting') en zoveel mogelijk een gelijk speelveld ter bescherming van de binnenstad (bijvoorbeeld dezelfde winkelopeningstijden, parkeerkosten voor bezoekers ). Dit zal VOOR de besluitvorming omtrent het bestemmingsplan, uitgewerkt moeten worden en door de betrokken partijen FOC, gemeente en MKB Binnenstad onderschreven.

We horen graag de mening van de wethouder.

Hiernaast hebben we nog een aantal concrete vragen. Afhankelijk van de beantwoording overwegen we nog een motie in de besluitvormende vergadering.

Vragen:

Zijn alle kosten voor zover ze betrekking hebben op de locatie zijn voor rekening en risico van de initiatiefnemer, dan wel worden deze verhaald op de initiatiefnemer?

Is het mogelijk dat we als gemeenteraad, in het verlengde van de rekenkamerchecklist vertrouwelijk, geïnformeerd kunnen worden over de gehanteerde grondprijzen?

In Roosendaal en Lelystad wordt ook door de gemeente fors geïnvesteerd in de binnenstad
Graag horen we van de wethouder aan welke financiële bijdrage vanuit de gemeente gedacht wordt en wat de denkrichtingen met betrekking tot de dekking daarvan zijn?

Er wordt een herijkte binnenstadsvisie met onderliggende programma samen met de stakeholders ontwikkeld,
- wanneer is deze naar verwachting gereed?
- hoe past de genoemde 'retaildeal' daarin?

Tenslotte, wat worden de belangrijkste taken voor de genoemde projectleider en omgevingsmanager?

 

Tot zover voorzitter