Vrijheid is één van de centrale liberale waarden die gedragen worden in onze hedendaagse maatschappij. Iedere burger heeft het recht om zijn eigen keuzes te maken en een leven te leiden dat hem of haar aanstaat. Dat recht hebben ook mensen met een (verstandelijke) beperking en daar is de afgelopen jaar steeds meer aandacht voor. Gelukkig, zeg dat wel.
Gelukkig hebben we er met elkaar op verschillende gebieden voor gezorgd dát mensen met een beperking steeds beter mee kunnen doen. Koning Willem-Alexander benoemde in 2013 voor het eerst de participatiesamenleving. De WMO wetgeving en het PGB zijn daar onderdeel van geweest de afgelopen jaren. Het VN verdrag voor de rechten van Personen met een handicap heeft daar nog een schepje bovenop gedaan. De overheid en wij als samenleving zijn een verplichting aangegaan om alle mensen mee te laten doen. Ongeacht afkomst, uiterlijk of IQ.
In de praktijk blijkt dit vaak toch lastiger. Een goedbedoelde, conservatieve houding zorgt er nog vaak voor dat er onnodig zaken worden overgenomen van mensen met een beperking. Activiteiten gaan soms trager, mislukken wel eens of voldoen niet aan onze eigen normen wanneer we terughoudend zijn in het overnemen ervan. En dan kunnen we het niet laten om iemand te beschermen en - vanuit het goede - over te nemen. Want “wij” weten hoe het werkt of moet. Dat weten we eigenlijk heel vaak niet. Want iedereen heeft andere behoeften. In het onderwijs komt eigen regie en het stimuleren van zelfredzaamheid wat mij betreft te weinig terug. Het zou de basis moeten zijn en het gaat niet over het aanleren van een trucje.
Vrijheid betekent ook verantwoordelijkheid dragen. Die twee staan onlosmakelijk met elkaar in verbinding voor mij. Eerst moeten we kijken hoe vrij iemand kan zijn. Het liefst zo vrij mogelijk. Wanneer men geen verantwoordelijkheid kan dragen voor de eigen vrijheden, is het nodig dat er (wettelijke) vertegenwoordiging betrokken wordt. Helaas gebeurt het nog te vaak dag er geen wettelijk vertegenwoordiging betrokken is, terwijl er wel belangrijke besluiten genomen moeten worden. Denk bijvoorbeeld aan de vraag om iemand wel of niet te vaccineren. Gelukkig gaat dit met sommige families of vrienden goed. Er is helaas ook een groep mensen met een beperking waarbij dit vervelende gevolgen heeft doordat families onderling mee (willen) bepalen over het leven van hun verwant. Ook wanneer dat eigenlijk niet nodig is.
Om eigen regie van mensen met een beperking verder te verstevigen zijn er een aantal dingen nodig. Ten eerste moet er meer aandacht zijn voor dit thema binnen de verschillende opleidingen. Hiermee verstevigen wij de basis van hulpverleners. Daarnaast moet er volgens mij meer aandacht voor wettelijke vertegenwoordiging komen. Er is dan meer zicht op de verantwoordelijkheid voor het nemen van moeilijke beslissingen én zorgt voor minder onnodige bemoeienis van andere betrokkenen. Het resultaat zal zijn dat professionals meer know-how hebben over het verstevigen van (individuele) vrijheden. En daar gaat het uiteindelijk allemaal over: dat we allemaal zo vrij als mogelijk ons leven mogen inrichten.